Mijmeren kun je onder de Meidoorn aan de Lorentzkade tegenover nummer 31. Op een zonnige voorjaarsdag zou je daar met de rug tegen de stam van deze boom op de grond kunnen gaan zitten en kunnen mijmeren over de vraag: Waarom komen uit de groene knoppen van deze boom witte en uit die van de Kapteynstraat rode bloemetjes? Het zijn ongetwijfeld verschillende soorten. De Meidoorn aan de Lorentzkade is de wit bloeiende eenstijlige Crataegus monogyna Jacq. en die in de Kapteynstraat de tweestijlige Crataegus laevigata (Poir) DC. Deze laatste soort heeft witte, roze of rode bloemetjes die enkel of dubbel kunnen zijn. De Meidoorns worden vaak onderling of met andere soorten gekruist en dat heeft invloed op de kleur van de bloemen en de vorm van de bladeren. Volgens Heukelís flora van Nederland vormen Meidoornsoorten geheel of gedeeltelijk vruchtbare bastaarden. Dit bemoeilijkt de determinatie. Mogelijk zijn de hier besproken bomen ook niet raszuiver. De bloemetjes van de eenstijlige soort hebben, de naam zegt het al, één stijl, de bladeren zijn meestal tot of over de helft ingesneden. Die van de tweestijlige kunnen volgens de flora 2, 3 of soms 4 stijlen hebben; de bladeren zijn minder ingesneden dan die van de eenstijlige Meidoorn.
Men kan zich al mijmerend ook afvragen: Waarom heeft deze witte Meidoorn de vorm van een boom en heeft het witte exemplaar dat 5 meter verderop staat meer het uiterlijk van een struik? En waarom zijn de Meidoorns in de duinen vaker struiken en geen bomen?
Van nature is de Meidoorn een struik; de boomvorm is door menselijke manipulatie tot stand gekomen.
Als je je ñ onder de bloeiende Meidoorn zittend ñ op deze boom concentreert kan het bijna niet anders dan dat je door de heerlijke geur wordt getroffen. Deze geur trekt veel insecten aan voor bestuiving, zoals zweefvliegen, aasvliegen, wespen, en kevers. De stamper is vroeger rijp dan de meeldraden hetgeen de kruisbestuiving bevordert. In het najaar worden felrode vruchten (1,5 cm) gevormd met daarin een harde pit. Ieder bloemetje van de eenstijlige Meidoorn levert slechts één bes; de tweestijlige vormt per bloempje soms twee of drie vruchten. De bessen zijn eetbaar maar niet lekker. Voor het maken van medicijnen gebruikt men producten van de Meidoorn als bladeren en bessen. De bessen kunnen gebruikt worden als men wil vermageren.
Volgens C.A.Backerís Verklarend woordenboek is ìCrataegusî de latijnse transcriptie van de oude Griekse plantennaam krataigos, waarmede een niet nader bekende boom werd aangeduid. Deze naam werd later aan het geslacht van de Meidoorn gegeven en heeft dus niets met bepaalde kenmerken van Meidoorns te maken. Laevigata betekent ìkaal makenî of ìglad makenî. Meidoorns zijn volgens mij niet kaal of glad. De soortnaam van de tweestijlige slaat dus ook niet op een kenmerk. Dit in tegenstelling tot de soortnaam monogyna voor de eenstijlige Meidoorn wat ìeen enkele stijl dragendî betekent. Bij ons komt in de natuur de tweestijlige Meidoorn zeer zelden voor. Deze Meidoorn staat op de Rode Lijst, de lijst van bedreigde planten en dieren. Volgens Ruud van der Meijden, medewerker van het Nationaal Herbarium Nederland, wordt de tweestijlige Meidoorn in Engeland bedreigd door inkruising met de eenstijlige, waarbij in de loop der tijd de laevigata genen schijnen te verdwijnen. Of iets dergelijks ook in ons land gebeurt is niet onderzocht.
De Meidoorn stelt weinig eisen aan de bodem, maar zijn optimale groei bereikt hij op voedselhoudende, leemachtige kalkrijke gronden. Crataegus wortelt zeer oppervlakkig. Het wortelstelsel is niet erg uitgebreid, waardoor hij opgesnoeid tot een boom(pje) bijna steeds scheef groeit door de wind. Dat kan je ook zien aan de bomen in de Kapteynstraat. Rechtzetten heeft weinig zin omdat de boom korte tijd later weer scheef staat. Diverse soorten insecten kunnen op de Meidoorn worden aangetroffen. In de duinen worden de bomen soms kaal gevreten door rupsen van de Stippelmot Yponomeuta padellus L. Als zij hun voedselplanten kaalvreten pakken ze deze in in grote hoeveelheden spinsel. Ook de Kardinaalsmuts of de Vogelkers wordt vaak door Stippelmotten kaalgevreten. Dat is in het voorjaar vaak goed te zien in Cronesteijn. Het betreft dan andere soorten Stippelmotten waarvan hun rupsen geen Meidoorn eten. Ik vermoed dat de bomen langs de Lorenzkade en in de Kapteynstraat niet erg aantrekkelijk zijn voor Stippelmotten. Als dat wel zo was zouden ze er wel af en toe wel op zitten
De Meidoorn is een inheemse soort die in het Tertiair al in Europa voorkwam. Verondersteld mag worden dat deze plant ook in de omgeving van Leiden groeide. De naam Meijdendel ñ het duingebied tussen Den Haag en Wassenaar ñ komt waarschijnlijk van ìdal van de Meidoornî. De boom wordt 80-120 jaar oud en bereikt een hoogte van 5-7 meter. Het is een relatief populaire soort die vaak wordt aangeplant. Op de Leidse gemeentelijke ranglijst uit 1999 van aangeplante bomen stond dat er 2027 Meidoorns waren aangeplant en deze boom neemt daarmee de zevende plaats in. Er bestaan in ons land diverse lijsten van monumentale bomen. Ondanks het feit dat de Meidoorn populair is komt deze niet vaak op die lijsten voor. Gemeentes zouden bij de keuze van planten in een straat rekening kunnen houden met de naam van de straat. In het algemeen wordt dat weinig gedaan. In de Meidoornstraat in de Tuinstadwijk in Leiden staan gelukkig wel Meidoorns; dat zal wel geen toeval zijn.
De Meidoorn wordt ñ ondanks zijn doorns ñ een vriendelijke plant genoemd die onder veel namen voorkomt: Meibloemenboom, Witte doorn, Haagappelboom of Hagedoorn. Hoewel vriendelijk??? In Haute Bretagne bestaat de spreuk
ìGod schiep de appel- en de perenboom maar de duivelse aap de stekelige hagedoornî.
Het hout van de Meidoorn wordt soms wel gebruikt voor gereedschap. Vroeger werden Meidoorns vaak gebruikt als afscherming voor vee. Vandaar ook de naam Hagedoorn. De Meidoorn is het symbool van de lente, van de bloei en de vruchtbaarheid. De boom wordt veel bejubeld in spreekwoorden, liedjes en rijmpjes. Ook speelt de boom een belangrijke rol in het volksgeloof en de mythologie. Zo zou het omhakken van een (bloeiende) Meidoorn ongeluk brengen. Als dat inderdaad waar zou zijn zouden ìboomonverlatenî het kappen wel laten! Laten we in ieder geval hopen dat de Meidoorns aan de Lorentzkade en in de Kapteynstraat dit lot nog lang zal worden bespaard. Dan kunnen we nog jaren mijmeren onder deze meidoorns.