Lorentzkade

Professor Hendrik Antoon Lorentz, hoogleraar theoretische natuurkunde
Door Hans Elstgeest

Professor Hendrik Antoon Lorentz wordt in Arnhem geboren op 18 juli 1853. Zijn vader Gerrit is kweker en heeft een eigen bedrijf. Zijn moeder (weduwe en moeder van een zoon uit een eerder huwelijk) overlijdt als Lorentz vier jaar is. Zijn vader hertrouwt. Zijn lagere schooltijd doorloopt Lorentz zonder enige moeite. Net als de Franse school, waarna hij zich liet inschrijven op de HBS. Hij komt als dertienjarige in de derde klas terecht. Tijdens zijn verblijf op de Arnhemse HBS wordt besloten welke studierichting hij zal kiezen, de wiskundige of de natuurkundige. Het wordt de laatste. Zijn HBS-examen legt Lorentz foutloos af, bij de correctie van de andere examens wordt zijn examen zelfs gebruikt als correctiemodel. Lorentz is net zestien jaar als hij gaat studeren aan de Leidse Academie. Hij slaagt met de hoogste graad voor zijn kandidaatsexamen en anderhalf jaar later legt hij het doctoraalexamen succesvol af. Eind 1875 promoveert hij op zijn proefschrift over ‘de theorie der terugkaatsing en breking van het licht’. In januari 1878 wordt Lorentz, als J.D. van der Waals naar Amsterdam vertrekt, benoemd tot hoogleraar in de theoretische natuurkunde aan de universiteit van Leiden. Lorentz gaat in Leiden wonen en betrekt een kamer aan het Rapenburg. Kamerlingh Onnes werd benoemd op de praktische leerstoel natuurkunde.
Hendrik trouwt met Aletta Catharina Kaiser, het nichtje van sterrenkundige F. Kaiser (in Leiden verantwoordelijk voor de bouw van de sterrenwacht). Na het huwelijk, hij is dan alweer vier jaar hoogleraar, betrekken zij een huis aan de Leidse Hooigracht die na vijf jaar wordt verruild voor een ander huis, ook aan de Hooigracht, in dit geval nummer 48. Hier blijven zij wonen tot 1912. Ze krijgen vier kinderen, waarvan één op zeer jeugdige leeftijd overlijdt.

In 1892 ontwikkelt Lorentz een hypothese - de zogenoemde ‘Lorentzcontractie’ - waarin hij concludeert dat de lichtsnelheid de maximale snelheid is voor alle materiële snelheden (Einsteins speciale ‘relativiteitstheorie’ uit 1905 bewees het gelijk van deze hypothese). Samen met de Amsterdamse professor Pieter Zeeman (oud-leerling van Lorentz) ontvangt Lorentz in 1902 de Nobelprijs voor de natuurkunde en is daarmee de eerste ‘Leidenaar’ die de prijs uitgereikt krijgt. Pieter Zeeman ontvangt de prijs voor onder andere de ontdekking van het Zeeman-effect. Lorentz ontvangt de prijs voor zijn elektronentheorie en de theoretische verklaring van het door hem onderzochte Zeeman- effect. Hij geniet vanaf dat moment bekendheid in de gehele wereld. In Nederland resulteert dat in 1909 tot de benoeming als voorzitter (hij was sinds 1881 al lid) van de Academie van Wetenschappen te Amsterdam. Hij blijft dit tot 1921. Dit jaar is het precies een eeuw geleden dat Albert Einstein (1879 - 1955) de natuurkundige wereld op zijn kop zette. In 1905 verschijnt namelijk zijn ‘speciale relativiteitstheorie’ en elf jaar later - in 1916 - de ‘algemene relativiteitstheorie’, waarvoor Einstein in 1921 de Nobelprijs krijgt. Lorentz en Einstein ontmoeten elkaar in januari 1911. Dit is het begin van een wetenschappelijke en vriendschappelijke band. In de uitgebreide correspondentie tussen beide geleerden worden uitvoerig problemen met betrekking tot de relativiteitstheorie besproken. Einstein komt regelmatig naar Leiden. Lorentz levert hem zeer belangrijke bijdragen voor de relativiteitstheorie. Sommigen beweren zelfs dat zonder Lorentz de ‘algemene relativiteitstheorie’ nooit gepubliceerd zou zijn geweest. Lorentz hoopt dat Einstein hem in Leiden opvolgt, maar Einstein wordt in Zürich. In plaats daarvan wordt Paul Ehrenfest als Lorentz’ opvolger benoemd.
In oktober 1912 geeft Lorentz zijn afscheidscollege na een maand eerder eervol ontslag te hebben verkregen. Lorentz blijft zijn universiteit overigens trouw; iedere maandagochtend blijft hij zijn beroemde colleges geven, lang na hij in 1912 naar Haarlem was vertrokken. Hij krijgt in Haarlem de functie van Curator van het Natuurkundig Laboratorium van Teylers Stichting en daarbij het directoraat van het Teylers museum.

Afsluitdijk
In 1918 valt het besluit om de Zuiderzee af te sluiten. Als voorzitter van de staatscommissie berekent Lorentz de waterstromen en bewegingen die het gevolg zouden zijn van de afsluiting. Het eindrapport wordt in 1926 gepubliceerd en in 1932 is de afsluiting een feit. Lorentz’ berekeningen maken aan iedere twijfel een einde en hij zorgt voor oplossingen van bijna onoverkomelijke problemen. Dit levert het Rijk enorme kostenbesparingen op. Eén zijde van de Afsluitdijk herinnert nog aan Lorentz’ bemoeienissen aan de sluizen. Het deel aan het Kornwerderzand in Friesland is naar hem vernoemd. Na het bereiken van de 70-jarige leeftijd is er van afscheid nemen nog steeds geen sprake. Lorentz’ voordrachten op de maandagochtend blijven gehandhaafd. De Leidse universiteit eert Lorentz op 11 december 1925 met een eredoctoraat in de medicijnen (hij bracht de medicijnstudenten jarenlang de grondbeginselen van de natuurkunde bij) op de dag dat Lorentz viert dat hij 50 jaar eerder promoveerde.

Hartstilstand
Enkele dagen na de viering van zijn 50 jarig hoogleraarschap sterft Lorentz in 1928 als gevolg van een hartstilstand. Zijn begrafenis wordt bijgewoond door onder meer leden van de regering en het Koninklijk Huis en vertegenwoordigers van de wetenschappelijke wereld. Lorentz krijgt een uitvaart, groter dan recente uitvaarten zoals die van prins Claus, Prinses Juliana of prins Bernard. Heel Haarlem is in diepe rouw. Als eerbewijs staakt de telegraafdienst enkele minuten het werk, vanwege Lorentz’ inbreng op het gebied van de elektromagnetische telecommunicatie. Einstein is één van de sprekers aan het graf van Lorentz en noemt hem “de grootste en edelste van zijn tijdgenoten”. (HE)