• Tramdienstwoning aan de Lammenschansweg / Interview met Bas Ouwersloot (1936) door Hanneke van der Veen
  • Tramdienstwoning aan de Lammenschansweg / Interview met Bas Ouwersloot (1936) door Hanneke van der Veen
  • Familieportret, moeder met de negen kinderen, rechtsvoor met stropdas zit Bas.

Tramdienstwoning aan de Lammenschansweg / Interview met Bas Ouwersloot (1936) door Hanneke van der Veen

06.12.2025 : “Mijn vader was conducteur op de Blauwe Tram, op de lijn van Leiden naar Scheveningen. Daarom woonden wij in een dienstwoning van de Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtramweg-Maatschappij.

Ons huis stond aan de Lammenschansweg nummer 11A, recht tegenover de Zuiderkerk waar nu de Zuiderapotheek gevestigd is. Vlak ernaast was een openbaar urinoir. Daar stonk het altijd enorm!”

Bas werd geboren als één na jongste in een gezin met negen kinderen. Toen hij vier jaar oud was stierf zijn vader. Moeder stond er als jonge weduwe plotseling alleen voor. “Als het regende zette mijn moeder op de zolder waar wij sliepen allerlei potten en pannen neer om het water op te vangen omdat het dak op verschillende plaatsen lekte. En in de zomer konden we tussen de dakpannen door naar de sterren kijken.”

Bloembollen en bielzen
Het was een moeilijke tijd om rond te komen. Vooral omdat ook nog de oorlog was uitgebroken. Moeder was blij met de hulp van de kerk en met de gratis vervoerskaarten van de NZH want daarmee konden ze naar Rijnsburg reizen waar hun familie woonde. Dankzij de familieleden die in de bollen werkten waren er ook tijdens de hongerwinter altijd suikerbieten en bloembollen te eten. Om de week kwam het zwarte reparatietreintje van de tram langsrijden. Die stortte dan een grote biels van de tramrails in de tuin waar de jongens vervolgens een dag lang mee bezig waren om het harde hout klein te hakken. Maar dan kon moeder wel weer een poosje stoken. Bas weet nog goed hoe hij als jongentje van acht naar bakkerij Ceres in de Korevaarstraat ging “Want daar bakten ze ‘kuchies’ voor de moffen. De Duitsers hielpen bij het laden van de wagens en als ze iets lieten vallen dan probeerden de mensen die erbij stonden allemaal dat broodje te pakken. Als kind was je natuurlijk nergens. Later heb ik wel gedacht dat ze het leuk vonden dat we allemaal op dat broodje doken.”

Kostwinner bij HCW
Na de ambachtsschool op de Haagweg kwam hij als 17-jarige jongen in dienst van de Hollandsche Constructie Werkplaats aan de Zoeterwoudseweg waar hij later zou opklimmen tot de functie ‘Baas Profielvoorbewerking’ en waar hij zijn 42 dienstjaren heeft volgemaakt.

Bas trouwde met Alie Blok die bij wolfabriek Parmentier op de Schelpenkade werkte. Bas kwam haar op weg naar de HCW elke dag tegen in de Herenstraat. En zo is het gekomen. Hun eerste onderkomen was een huurkamer in Leiderdorp. Daar werd hun oudste dochter Emmy (1958) geboren. Na een half jaar verhuisde het jonge gezin naar een zelfstandige nieuwbouwbovenwoning in de Kooi dankzij bemiddeling van de HCW . Maar Bas had daar, op driehoog geen ruimte voor dat waar zijn hart naar uitging: vogeltjes, konijnen, kippen. Het maakte hem onrustig en na de nodige moeite lukte het hem om een woning met tuin op de Veilingkade nummer 15 te bemachtigen waar een rijschoolhouder in had gewoond. Van hieruit kon hij lopend naar zijn werk bij de HCW. Totdat in 1987 de HCW verplaatste naar Schiedam. Sedertdien verzamelden de werknemers bij de poort van de fabriek aan de Zoeterwoudseweg om met een busje naar Schiedam gebracht te worden.

De driekamerwoning aan de Veilingkade bleek toch te klein voor een gezin dat inmiddels was uitgebreid met de komst van zoon Herman en dochter Sophia. Na elf jaar kon de familie tot hun grote vreugde verhuizen naar een ruimer huis met een hele grote tuin op de Koninginnelaan. Bas werd actief in het bestuur van de Leidse Pluimvee en Konijnensport Vereniging en heeft nog jarenlang duiven, zangvogels en kippen gehouden.