Burggravenlaan (naar Burggraaf van Leiden, bestuurlijke functie). Door Hans Elsgeest
Het had een grootse toegangspoort tot een nieuw te bouwen Leidse wijk moeten worden: een brede boulevard vanaf de t-kruising met de Hoge Rijndijk aan beide zijden gesierd met een indrukwekkend en statig gebouw en een brede middenberm voorzien van veel groen. Wie hede ten dage vanaf de Hoge Rijndijk de Burggravenlaan oprijdt ervaart dat deze opzet voor een deel ook geslaagd is, maar al snel gaat de laan een wat soberder karakter krijgen. De middenberm wordt stukken minder breed en het groen verandert van statig geboomte in laag struikgewas of zelfs alleen gras. Wat ooit begon als een vooruitstrevend en wijds opgezet ontwerp voor een wijk buiten de stadsmuren ontaard in een grote teleurstelling als door geldgebrek van dit plan moet worden afgeweken. Wat als de plannen daadwerkelijk gerealiseerd hadden kunnen worden, was dan de Burggravenlaan - en waarschijnlijk ook de in het verlengde liggende De Sitterlaan - tot aan de Lammenschansweg een zeer brede en zeer groene boulevard geworden zoals deze is in de eerste tientalle meters vanaf de Hoge Rijndijk? Je kan het je in gedachten misschien wel voorstellen maar hoe anders zou de wijk er dan uitgezien hebben? Het heeft geen zin om daar lang bij stil te blijven staan en trouwens, zo slecht is het nou ook weer niet gesteld met het resterende, overgrote deel van de laan. Uiteindelijk heeft het toch echt wel allure gekregen, ook de De Sitterlaan heeft met zijn statige Platanen een belangrijk deel in deze ervaring. Sinds de maximum snelheid omlaag is gebracht tot 30 km/u is het er ook een stuk veiliger geworden, met name voor de honderden kinderen en jongeren die er dagelijks gebruik van maken om van- en naar school te gaan. Kortom, een een belangrijke verkeersader die de wijk op statige wijze in tweeën deelt. De bebouwing is zeer divers, moderne van veel glas voorziene appartementen, villa's, doorzonwoningen, portiekflats, scholen, de zo kenmerkende jaren dertig woningen (met name op de De Sitterlaan) en dat allen binnen een tijdsbestek van ongeveer een eeuw. Nieuw en oud zijn dan ook goed van elkaar te onderscheiden maar vormen toch een passend geheel. Eén van de lieflijkste gebouwen op de Burggravenlaan is het koffiehuisje, helemaal aan het begin. Nog mooier zou het tot zijn recht gekomen zijn als het in de brede middenberm van de Burggravenlaan had gestaan.
Maar nu de naam... 'Burggraaf is een adelijke titel (vroeger een functie), die gewoonlijk hoger is dan baron maar een graad lager dan graaf. De drager van deze titel vervulde vanaf de vroege middeleeuwen een militaire bestuursfunctie voor een Leenheer en was in rang grofweg vergelijkbaar met een hooggeplaatste bevelhebber van een garnizoen'...dit volgens Wikipedia. De burggraaf van Leiden bezat rechten op de Rijn en inde in Leiden een bepaald type belasting, de botting. Zo had hij ook voordeel van het innen van een gedeelte op de inkomsten van ingrediënten in bier. Hij had een dikke vinger in de pap bij het aanstellen van de Schout en de Schepenen. De laatste burggraaf van Leiden was Philips IV van Wassenaer (1359 - 1428), een Hollands edelman uit het geslacht Wassenaer, die in de Hoekse en Kabeljauwse twisten aan de zijde van de Hoeken stond. Op 17 augustus 1420, na een belegering van twee maanden, gaf de stad zich over aan Jan van Beieren. Burggraaf Philips van Wassenaer werd toen van al zijn ambten en rechten ontheven en moest zijn laatste jaren in gevangenschap doorbrengen.
Bronnen: Leiden, de geschiedenis van een Hollandse stad, Van Maanen. Van stadspolder tot beschermd stadsgezicht, Ver ProfBurgwijk. Wikipedia